Dit document is tot stand gekomen i.s.m. Daniel Ofman, Sandra Ploos van Amstel, Albert Heemeijer, Jeanine Jansen, Frank Lansbergen, Mara Lammertzen,
Carla Muijsert-van Blitterswijk, Rob Muijsert, Leonie van Rijn en Jolanda van der Steen. Met speciale dank aan Harke Kuipers.
Kernkwaliteiten en onderwijs – PDF
Dit visiestuk is een initiatief van mensen die zich sterk verbonden voelen met het onderwijs en van wie de meeste er al jarenlang in werkzaam zijn.
Hun drijfveer: zoeken naar de best mogelijke manieren om talent te herkennen, te waarderen en de ruimte te geven die het verdient.
Allemaal hebben zij de ervaring dat Kernkwadranten een niet alleen prachtig eenvoudig, maar ook uiterst krachtig en effectief middel is om deze ambitie te verwezenlijken.
Om die reden is Core Quality Education ontstaan en wordt samengewerkt aan een gemeenschappelijk doel: schoolleiders, leerkrachten, ouders en leerlingen in contact brengen met de rijke toepassingsmogelijkheden van Kernkwadranten.
Visie
Elk kind is uniek. Elk kind heeft zijn eigen, unieke kwaliteiten. En met kwaliteiten doelen we niet op het vermogen om te rekenen, spellen of begrijpend lezen, maar op eigenschappen als doorzettingsvermogen, daadkracht, zorgzaamheid, zorgvuldigheid, inlevingsvermogen, flexibiliteit, logisch redeneren, creatief fantaseren, en vele andere.
Minstens zo belangrijk als leren rekenen, is op jezelf leren rekenen. Minstens zo belangrijk als leren lezen en schrijven, is met jezelf én anderen leren lezen en schrijven.
Met deze eigenschappen wordt een kind geboren. Ze geven het kind z’n eigenheid en spelen mee in zijn relaties met anderen en in zijn functioneren in het gezin, op school en daarbuiten.
De eigenschappen zijn onlosmakelijk met hem verbonden en hij moet er zijn leven lang mee doen. Samen vormen ze als het ware zijn instrument. Hoe beter hij dit instrument leert kennen en bespelen, met verschillende mensen, in verschillende omgevingen, hoe krachtiger en mooier de klank, en hoe vloeiender het samenspel.
De school is bij uitstek de plek om hiermee te oefenen. Om in je eigen mogelijkheden te grasduinen, je kwaliteiten te leren verkennen, te testen, de kracht en valkuil ervan te leren zien, en het totale palet van wat typisch bij jou hoort, te versterken en uit te breiden.
Dé plek dus. Op papier althans. Ondanks grote inspanningen en goede intenties valt het in de praktijk nog vaak tegen. Kwaliteiten die aansluiten bij wat er gevraagd wordt, worden geprezen, andere worden niet opgemerkt, genegeerd of zelfs bestreden. Wat de kracht of motor zou kunnen zijn, wordt dan benaderd als last of als zand in de machine. Dat willen we veranderen. En het kán.
Kernkwadranten bieden die mogelijkheid. Iemand die een kernkwadrant maakt, begrijpt beter waarom hij is wie hij is, en zich gedraagt zoals hij zich gedraagt. Hij is zich beter bewust van zijn natuurlijke kwaliteiten, kan deze koesteren, verder ontwikkelen en steeds productiever inzetten.
Bovendien kan hij gemakkelijker omgaan met kritiek en irritatie, zeker wanneer hij ook de kwaliteiten van anderen beter leert begrijpen en waarderen.
Dan kan het verschil dat je tegenover de ander plaatst, opeens de aanvulling worden die het mogelijk maakt om zij aan zij tot mooie oplossingen te komen.
Stel je eens voor wat dit kan betekenen. Voor het zelfvertrouwen van kinderen. Voor de sfeer in de klas. Voor de cultuur in de school. Voor leren.
De opdracht van een school
De school heeft de maatschappelijke opdracht om kinderen voor te bereiden op deelname aan het vervolgonderwijs (kwalificerende functie) en aan de samenleving (socialiserende functie). Het eerste doet een school door kinderen toe te rusten met kennis en vaardigheden, het tweede door hen te vormen in waarden, normen en attitudes. De eisen voor de kwalificerende functie liggen grotendeels vast, onder meer in kerndoelen en kwalificatiedossiers. Over de vormgeving van de socialiserende functie is minder helderheid en eenduidigheid.
De behoefte van kinderen
Kinderen verwachten op school te leren waar ze goed in zijn. Ze hebben een sterk gevoel voor hun eigen potentie en willen deze leren herkennen en ontwikkelen. In plaats daarvan merken ze al vanaf heel jonge leeftijd dat je op school komt om te leren en je te laten beoordelen op wat je kent en kunt. Juffen en meesters kijken vooral op die manier naar je. Je klasgenootjes kijken vooral naar wie je bent en of ze een klik met je hebben. En je ouders? Die lijken daar een beetje tussenin te zitten.
De boodschappen en waarderingen die een kind vanuit deze ‘driehoek’ ontvangt, bepalen in sterke mate het zelfbeeld en zelfvertrouwen van een kind in de schoolomgeving, en werken door in het functioneren daarbuiten. Wanneer komt een kind tot bloei? Als het in contact komt met de eigen, individuele kwaliteit. Dat lukt verreweg het best als de omgeving de bereidheid en het vermogen heeft om te herkennen en erkennen welke eigenschappen en talenten een kind van nature meeneemt, en deze als uitgangspunt te nemen voor verdere ontwikkeling.
Onderwijs is gericht op de eigen kerndoelen
Het huidige onderwijs gaat echter te vaak niet uit van het unieke kind dat vandaag de school binnenloopt, maar van een gewenst algemeen profiel dat na groep 8 de school moet worden afgeleverd op het voortgezet onderwijs. Het accent ligt niet op wat er voor moois schuilt in dit kind en hoe het op deze eigen kenmerken voort kan bouwen, maar op hoe het zich verhoudt tot dat ‘ideale beeld’ en wat er bijgespijkerd moet worden om hier zo dicht mogelijk in de buurt te komen.
Anders gezegd: het onderwijs is afgestemd op de eigen kerndoelen, maar niet op de kernkwaliteiten van het kind. Kinderen voelen dat feilloos aan. Ze hebben – juist in deze tijd meer dan ooit – de vurige wens gezien te worden, mee te doen en bij te dragen aan een gezamenlijk doel. Een deel lukt dat, een aanzienlijk deel worstelt. Kinderen die zich onvoldoende begrepen of gehonoreerd voelen, laten steeds vaker ‘lastig gedrag’ zien.
Om wiens onvermogen gaat het eigenlijk?
Dit gedrag wordt met medisch oog bekeken en voorzien van labels, etiketten en behandelplannen. Daarmee wordt de suggestie gewekt dat de oorzaak van het probleem bij het kind ligt. Onterecht. Want het onvermogen zit niet alleen of vooral in het kind, maar in de omgeving die niet in staat is de behoefte en kwaliteit te zien die door het ‘lastige’ gedrag heen schemert en het talent aan te spreken. ‘Wat heeft dit kind te doen om in de pas te leren lopen’, zou vervangen moeten worden door: ‘Wat hebben wij als school te doen om de stappen die deze leerling zet, te leren begrijpen en zo te begeleiden dat hij zijn eigen pad leert bewandelen en zo ons gezamenlijke pad verrijkt.
Let wel: deze houding is niet alleen vruchtbaar bij de benadering van kinderen met een ‘gebruiksaanwijzing’ of ‘moeilijk gedrag’. Ook de zogenoemd ‘gemakkelijke, probleemloze leerling’ is er sterk bij gebaat te leren spelen en werken met zowel de lichte- als schaduwkanten van zijn persoonlijke kwaliteiten. Een inzicht dat je op jonge leeftijd verkrijgt, en waar je je leven lang plezier en profijt van hebt.
Kernkwadranten: een tekort aan kwaliteit bestaat niet!
Achter de kernkwadranten zit een fundamenteel andere gedachtegang.
Het gaat om het (h)erkennen van kwaliteiten. Herkaderen van zogenaamd ‘lastig gedrag’ is hiervan een belangrijk onderdeel. Na herkadering ben je niet meer bezig met tekorten, maar met onderliggende kwaliteit van kinderen. We zouden ook kunnen zeggen: je gaat dan herkennen en werken met wat er wél is, in plaats van met wat er niet is. (En zelfs: met wie er wel is, in plaats van met wie er niet is.)
Het model is eenvoudig, de effecten spectaculair. Kinderen leren zichzelf en hun eigen aardigheden kennen. Ontwikkelen zelfvertrouwen. Leren de klasgenoten, hún specifieke kwaliteiten en unieke toegevoegde waarde kennen. Ze ontwikkelen begrip voor elkaar, voelen zich in toenemende mate veilig bij, en verbonden met elkaar en met het onderwijsleerproces dat ze samen meemaken en vormgeven. Motivatie, plezier en leerprestatie gaan omhoog, net als de bereidheid en het vermogen om zelf oplossingen te zoeken voor vragen of problemen die zich voordoen.
Zonder afstemming geen muziek
Voor de leerkracht en zijn collega’s geldt hetzelfde. Ook zij krijgen inzicht in de eigen kwaliteiten, gedrag en motieven, in die van collega’s en die van ouders en kinderen. En leren deze te zien, te waarderen en hierop af te stemmen. Om dat laatste gaat het. Een kernkwaliteit kun je niet aan- of uitzetten, maar je er wel op afstemmen, zoals je een radio afstemt op een zender. Als je de verkeerde frequentie kiest, krijg je alleen maar ruis. Kies je de juiste, dan hoor je de klank van kwaliteit, op volle sterkte en in alle helderheid en eigenheid.
Kernkwadranten bieden een gemeenschappelijk referentiekader om kwaliteiten in kaart te brengen, een taal om er woorden aan te geven én instrumenten om ze wakker te maken en tot bloei te laten komen.
Het werken met Kernkwaliteiten in het onderwijs kan:
- de bereidheid en het vermogen recht te doen aan verschillen tussen leerlingen vergroten
- het begrip en de samenwerking tussen collega’s, leerlingen en ouders verbeteren
- pesten voorkomen, dan wel stoppen
- een omgeving creëren waarbij het benoemen en ontwikkelen van positieve kwaliteiten vanzelfsprekend wordt
- duurzame relaties voortbrengen, motivatie en leerprestaties verhogen
- helpen om bewustere en betere keuzes te maken voor vervolgopleidingen en beroep.
De tijd is rijp…
Het is de droom van Core Quality Education om kernkwadranten te verbinden met de kerndoelen van het onderwijs. Dat het kán, ervaren we al enkele jaren, op scholen die het aangedurfd hebben hiermee een start te maken. Dat mensen het willen, horen we ook. Kernkwadranten zijn begonnen in het bedrijfsleven, maar de laatste jaren krijgen we steeds vaker de opmerking: “Hoe zou mijn leven eruit gezien hebben als ik vroeger al wist wat ik nu weet?” En: “Wat zou het mooi zijn als je kinderen hiermee al vanaf de basisschool in contact kunt brengen”.